Regelmatige, onbewogen gelaatstrekken. De aangeduide oogirissen steken een weinig uit ten opzichte van het netvlies en zijn gedeeltelijk door de bovenste oogleden bedekt. De haartooi is bovenaan voorzien van een reliëfrandje om de (verdwenen) 'modius', het attribuut van Serapis, te dragen. Kleed met nogal vlak weergegeven plooien, en een over de linker schouder gedrapeerde mantel. De schikking van haar en baard is kenmerkend voor de Serapisvoorstellingen, die vermoedelijk teruggaan op het kolossale kultusbeeld van het groot Serapeion te Alexandrië, toegeschreven-volgens sommigen ten onrechte-aan Bryaxis. Om de behandeling van haar en baard en de aanduiding van de pupillen waarschijnlijk Antoninisch of Severisch, ca. 138-ca.235 n.C.