Reliëf in een deurbalk, die daartoe nisvormig naar beneden toe werd uitgehold. Aan weerszijden van een vaas met bloemen, waarboven de Duif van de H. Geest, zijn links de engel Gabriël en rechts de H. Maagd neergeknield, beiden naar rechts. De engel houdt staf en breukband, Maria met frontaal gewend gezicht houdt de ene hand op de borst, en bladert met de andere in het boek op de bidbank onder een tweede tekstrol. Uiterst links en rechts hangt een wapenschild.