Kopje zoals onze nrs.2001 en 2002, doch plastischer van vorm met een eerder zware kin, een rechte tamelijk spitse neus, en jukbeenderen merkbaar doorheen de gevleesde wangen. De amandelvormige vlakken van de ogen zijn hier kleiner. Van de diadeem, gelijkende op die van de nrs.2001 en 2002, bleven rechts enkel de resten van de langwerpige bladeren bewaard. Achterkant vlak, met haarnet en diadeem door groeven weergegeven. Cypriotisch, behorend tot de tweede fase in de 'archaic Cypro-Greek Style', ca.480-450 v.C.