De miniaturist vergast ons op een huiselijk tafereel. In een Vlaamse kamer heeft een vrouw zopas het leven geschonken aan een klein meisje. Het is Anna, de moeder van Maria. Moe maar gelukkig rust ze in haar hemelbed. Twee vrouwen dekken haar toe en omringen haar met de beste zorgen. Ondertussen ontfermt een derde vrouw, in een schitterende, met goudbrokaat versierde jurk, zich over het kind. Ze wast het schoon in een koperen speigelend waterbekken en droogt het.