Stappend met het linkerbeen vooruit, de armen los. Een dunne korte 'chiton' zonder mouwen, onder de borst gegord en tot de heupen in een 'kolpos' vallend, laat in een voortreffelijk plooienspel de lichaamsvormen uitkomen, en wordt onderaan waaiervormig uiteengeslagen en door de rechterhand gehouden. Dit gebaar is vreemd. De vorm van de borsten wordt geaccentueerd door het kruisen van twee riemen, zoals op twee fragmentaire grafreliëfs te Athene. Boven de linkerschouder wappert in zware drapering een manteltje dat, rond de arm geslagen, neervalt langsheen de pijlenkoker waarop de linkerhand rust. Aan de bijna vlakke achterkant wordt het verloop van de kleding slechts summier aangeduid. Mogelijk een akroterionfiguur. De zachte overgangen in drapébewerking wijzen op een Hellenistisch werk, 3de e.v.C.