De gelaatstrekken zijn zeer week weergegeven: brede, vooruitstekende kin, dunne lippen, laag en smal voorhoofd. Golvende, nogal diep ingesneden haarlokken. Voortgaand op het algemeen uitzicht, dateren we deze kop in de vroege Keizertijd (Augustus-Tiberius). Anderzijds wijken de proporties af van de in die tijd gangbare: het voorhoofd is lager en smaller, de neus korter, de ogen smaller en de lippen dunner.