Een Vlaamse havenstad is het decor. De tegenslagen zijn hier niet min: brand, schipbreuk, verdrinking, gevangenschap, droogte, storm en zelfs zwangerschap. Bruegel werkt hier op een inventieve manier met de paradox. Alles draait om water, maar dat betekent voor een ieder iets anders. De een heeft te weinig en smacht naar regen. Tegelijkertijd probeert iemand anders de dijken te versterken en driegen allerlei schipbreukelingen te verdrinken. (Informatie verkregen uit catalogus 'Pieter Bruegel ongezien')