Pieter Bruegel geeft elke doodzonde weer als een vrouwelijke personificatie, ieder vergezeld door een dier dat de zonde in kwestie symboliseert. De personificaties staan met hun metgezellen op de voorgrond in een open landschap met bebouweing die een volkomen verwording lijkt te zijn van de steden en dorpen uit Bruegels tijd. Op veel prenten zijn vuur, vlammen en verwoesting nadrukkelijk aanwezig, wat iedere toeschouwer natuurlijk meteen doet denken aan de hel. (Informatie verkregen uit de catalogus 'Pieter Bruegel ongezien!')