Bijna sferisch, onderaan licht afgeplat lichaam, smalle hals met snavelvormige mond, klein, vertikaal oor tussen schouder en hals. Beschilderd met geometrische patronen: op de hals vier groepen van drie vertikale lijnen, van elkaar gescheiden door gegroepeerde dwarsstreepjes; op het handvat een dubbele zigzag; op het lichaam, ongeveer in het midden, zone met slordige zigzag, waarboven acht langgerekte trapezia, afwisselend versierd met een netmotief en een horizontale dubbele zigzag; op het onderlichaam twee groepen van vier lijnen die elkaar op de bodem snijden.