Rechthoekige voet met vier treden. Rondom op de trappen van de laagste trede een gegraveerde inscriptie in gotische minuskels: 'Sancta Maria et o(mme) ssancti i(n)t(er)cedant pro nobis ad D(omine)vm Ih(esv)m Ch(ristv)m.' In het midden op een zeskantige stengel met achtkantige knoop staat een vierkant altaarblad, bekroond met een à jour torentje. Centraal in het blad is een open ruimte voorbehouden aan een (verdwenen) ivoren of metalen drieluikje in geopende toestand. Behalve deze uitgespaarde ruimte en de rugzijde van het altaarblad, is de gehele oppervlakte bewerkt met blindtraceringen of opengewerkt maaswerk.