Altaarluik. Vooreerst gecatalogiseerd bij de Antwerpse Maniëristen van 1505-25, door Friedländer, en naderhand door hem vermeld bij de schilderijen die, naar opvatting en vormgeving, aansluiten bij het hoofdwerk van de Maniërist van Amiens. Als pendant publiceert hij een 'Maria Opdracht', eertijds verz. Röhrer, als zich bevindend (1934) in dezelfde kunsthandel, waar Mayer van den Bergh dit werk gekocht had, nl. bij J.Böhler te München. Reeds in 1917 echter, was dit pendant verkocht aan de kunsthandel P.Cassirer te Berlijn. "Die spätgotische Gefühlsweise scheint unmittelbar in das Barock überzuspringen. Wir werden an Greco erinnert ... Deformierte und chaotische Körperwelt" (Friedländer 1934).