Groep van acht figuren: Vooraan in het midden is Malchus neergevallen onder het zwaard van Petrus, die hem een oor heeft afgehouwen. Achter Malchus staat Judas met zijn gezicht tegen dit van Jezus en een hand op diens arm. In de linkerhand houdt Jezus een gesloten boek, met de andere geneest hij het afgehouwen oor, terwijl hij aangehouden wordt. Achter deze drie figuren, drie krijgslieden en een vrouw.