Naar de smaak van zijn tijd, koos de schilder uit de parabel van Jezus die episode als hoofdmotief, waarin de jonge man het geld, dat hij als kindsdeel heeft opgeëist, verbrast. Terwijl tijdgenoten als Van Hemessen e.a. deze scène localiseren in een bordeel, heeft deze schilder zich bepaald tot het weergeven van een musicerend tafelgezelschap: de Verloren Zoon zit op de grond, een kaartspel ligt in zijn bereik, zijn rechterhand rust op zijn geldtas. In de achtergrond wordt de Gelijkenis verder geïllustreerd: links wordt de slemper, wanneer hij ook nog zijn bovenklederen zal verspeeld hebben, hardhandig uit de herberg gejaagd, - meer naar rechts, valt hij met berouw zijn vader te voet, - uiterst rechts, het verlaten van het ouderlijk huis of het begin van het verhaal.