Het corpus bestaat uit een grotere tussen twee kleinere vergulde kapelnissen onder maaswerk, met elk een beeld, dat los op een achtkantig vooraan geprofileerd voetstuk geplaatst is. Alle drie zijn gepolychromeerd en verguld en dragen elk een koperen kroontje: in het midden, groter en hoger, 2256, 'Maria met beide handen het kind dragend', dat zijn handjes op haar niet ontblote borst houdt; in de linkernis, 2257, de 'H. Catharina van Alexandrië' met open boek en (verdwenen) zwaard, en aan haar voeten de keizer met een klein wiel; in de rechternis, 2258, de 'H. Barbara' met open boek en (verdwenen) kelk, en achter haar een torentje.
hoogte: 97.7 cm (geheel) breedte: 57.7 cm (geheel) breedte: 114.5 cm (geheel) diepte: 19 cm (geheel) hoogte: 95.4 cm (zijpaneel) breedte: 28.3 cm (zijpaneel) hoogte: 45 cm (Maria) hoogte: 38.3 cm (Catharina) hoogte: 39.5 cm (Barbara)