Op de voorgrond liggen Israëlieten die, gestraft op hun ongeduld, dodelijk door vergiftigde slangen zijn gebeten. Mozes in het midden wijst naar de koperen slang die hij op Gods bevel aan een paal heeft bevestigd. Rondom hem, staand of zich oprichtend, zien lieden vol geloof op naar de koperen slang, door welk geloof zij in leven blijven. In de achtergrond een tentenkamp onder wolken.