Vooraleer Roboam, zoon van Salomon, tot koning uit te roepen, zeide Israël hem: 'Verlicht gij nu de harde dienstbaarheid waartoe uw vader ons dwong.' Roboam ging te rade bij de bejaarde mannen, die de vertrouwelingen van Salomon waren geweest. Ze zeiden hem: 'Wanneer gij dit volk een goedgunstig antwoord geeft, zal het u voor altijd dienen.' Roboam ging te rade bij de jongelieden, en deze zeiden hem: 'Zo moet gij tot dit volk spreken: ' heeft mijn vader u een zwaar juk opgelegd, ik zal uw juk nog verzwaren'. (I Kon.12:6-11).